Kalsbeek College Menu Openen

Onderwijs

Onderwijs

Overgangsregels 2023-2024

Cijfers en rapporten

Het schooljaar bestaat uit 4 perioden. Na afloop van de tweede en vierde periode ontvangen de leerlingen van leerjaar 1, 2 en 3 een rapport. Daarop staat per vak het gemiddelde van alle behaalde cijfers tot dat moment. Voor de overgang zijn de cijfers op het 4e rapport bepalend. Dit zijn de afgeronde, gemiddelde cijfers over het hele schooljaar, tenzij in de specifieke richtlijnen anders vermeld staat.

Van onder- naar bovenbouw

Aan het einde van het tweede jaar wordt bepaald in welke leerweg een leerling de examenperiode (leerjaar 3 en 4) ingaat: de basisberoepsgerichte leerweg (met of zonder leerwegondersteunend onderwijs), de kaderberoepsgerichte leerweg of de mavoXL. De determinatieregels zijn verwerkt in onderstaande overgangsrichtlijnen.

Algemene overgangsrichtlijnen

In het algemeen geldt:

  • Aan de hand van de overgangsrichtlijnen wordt bepaald of een leerling al of niet bevorderd is.
  • In geval van bijzondere omstandigheden en/of kennelijke onbillijkheden kan de docentenvergadering van de overgangsrichtlijnen afwijken.
  • Per vak wordt op het rapport één eindresultaat vermeld.
  • Aan de hand van de overgangsrichtlijnen wordt bepaald of een leerling al dan niet in de rapportvergadering van de betreffende afdeling wordt besproken. De docentenvergadering beslist bij meerderheid van stemmen of een leerling wordt bevorderd of doubleert.

Let op: een leerling kan niet op school blijven als hij tweemaal hetzelfde leerjaar doubleert.

Overgangsrichtlijnen onderbouw

Overgangsrichtlijnen 1-vmbo-basis/kader

Bepalend voor de overgang naar het 2e leerjaar zijn de eindcijfers voor alle vakken op het laatste rapport en het totaal aantal tekorten op dit rapport (A). Bij B, C en D wordt er gerekend met de niet-afgeronde, gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor de vakken: godsdienst, Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, rekenvaardigheid, mens en maatschappij (geschiedenis en aardrijkskunde), mens en natuur (biologie en verzorging), mens en techniek (natuurkunde en techniek), kunst en cultuur (tekenen, handvaardigheid en drama), lichamelijke opvoeding.

Deze mogelijkheden zijn er:

A. De leerling wordt vanwege het aantal tekorten besproken. Het aantal tekorten wordt als volgt vastgesteld:

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
Het cijfer 3, 2 of 1 = 2,5 tekort

 

tekort gemiddelde resultaat
< 2 n.v.t. bevorderen
2 of 2,5 6,0 of hoger bevorderen
3 of meer 6,0 of hoger bespreken
2 of meer lager dan 6,0 bespreken

De uitkomst van de bespreking kan zijn:

  1. doubleren
  2. bevorderen naar het 2e leerjaar basis
  3. bevorderen naar het 2e leerjaar basis/kader

B. De leerling haalt over alle vakken een gemiddelde lager dan 7,0. Bevordering naar het 2e leerjaar basis of basis/kader.

C. De leerling haalt over alle vakken een gemiddelde van 7,0 tot 8,0. In de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag een leerling maximaal één tekort hebben.
Bevordering naar het 2e leerjaar kader/mavo wordt besproken. In deze bespreking wegen de volgende factoren mee:

  • de leerling heeft het differentiatieprogramma met goed gevolg doorlopen bij alle vakken;
  • de werkhouding, inzet, inzicht, zelfstandigheid en concentratie.

D. De leerling haalt over alle vakken een gemiddelde van 8,0 of hoger. De leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar kader/mavo.

N.B. Indien noodzakelijk kan de afdelingsleider afwijken van deze overgangsrichtlijnen.

Overgangsrichtlijnen 1-vmbo-kader/mavo

Bepalend voor de overgang naar het 2e leerjaar zijn de eindcijfers op het laatste rapport en het totaal aantal tekorten op dit rapport (A). Bij B en C wordt er gerekend met de niet-afgeronde, gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor de vakken: godsdienst, Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, rekenvaardigheid, mens en maatschappij (geschiedenis en aardrijkskunde), mens en natuur (biologie en verzorging), mens en techniek (natuurkunde en techniek), kunst en cultuur (tekenen, handvaardigheid en drama), lichamelijke opvoeding.

A. De leerling wordt op basis van het aantal tekorten besproken.
Het aantal tekorten wordt als volgt vastgesteld:

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
Het cijfer 3, 2 of 1 = 2,5 tekort

 

tekort gemiddelde resultaat
< 2 n.v.t. bevorderen naar 2km
2 of 2,5 6,0 of hoger bevorderen naar 2km
3 of meer 6,0 of hoger Bespreken
2 of meer lager dan 6,0 bespreken

De uitkomst van de bespreking kan zijn:

  1. doubleren
  2. bevorderen naar het 2e leerjaar basis/kader
  3. bevorderen naar het 2e leerjaar kader/mavo

B. De leerling wordt niet op basis van het aantal tekorten besproken en bevorderd naar 2-kader/mavo.

C. Voor de leerlingen die in het 1e leerjaar bijles Frans gevolgd hebben, geldt dat zij bevorderd worden naar het 2e leerjaar mavo als zij een gemiddelde hebben van 7,5 of hoger en het gemiddelde voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde is 7,5 of hoger.

N.B. Indien noodzakelijk kan de afdelingsleider afwijken van deze overgangsrichtlijnen.

Overgangsrichtlijnen 1-mavoXL

Aan het einde van het schooljaar wordt bij elk kind gekeken welke tweede klas het beste vervolg is. Er zijn 3 mogelijkheden:

  1. De leerling gaat door naar 2 mavo
  2. De leerling wordt besproken om door te gaan in 2 havo-6 (2H6) als:
  • het gemiddelde van de niet-afgeronde eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels, Frans, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, nask1, biologie, godsdienst, expressie (*) en techniek 7,0 of hoger is;
  • voor lo minstens een V is behaald;
  • de leerling voor de vaardigheden samenwerken, plannen en informatie verwerven bovengemiddeld is.

De uitkomst van de docentenvergadering in dezen is bindend.

  1. De leerling wordt besproken als het gemiddelde van de niet-afgeronde eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels, Frans, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, nask1, biologie, godsdienst, expressie (*) en techniek lager is dan 6,0. Per leerling wordt dan bekeken wat het beste vervolg voor deze leerling is. Dit kan doubleren, een overstap naar 2 kader/mavo of een doorstroom naar 2 mavoXL betekenen. De uitkomst van de docentenvergadering in dezen is bindend.

(*) Het cijfer voor Expressie is het gemiddelde van de vakken tekenen, handvaardigheid en ckv (drama/muziek).

De afdelingsleider heeft de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van deze regels af te wijken.

Overgangsrichtlijnen 2-vmbo-basis

Leerlingen worden allen genoemd/besproken door de mentor in alfabetische volgorde. Bepalend voor de overgang naar het 3e leerjaar basisberoepsgericht zijn de eindcijfers op het laatste rapport en het totaal aantal tekorten op dit rapport. De cijfers zijn de afgeronde, gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor de vakken: godsdienst, Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, rekenvaardigheid, economie, mens en maatschappij (geschiedenis en aardrijkskunde), mens en natuur (biologie en verzorging), mens en techniek (natuurkunde en techniek), kunst en cultuur (tekenen en handvaardigheid), lichamelijke opvoeding.

Deze mogelijkheden zijn er:

A. De leerling wordt vanwege het aantal tekorten besproken. In deze bespreking worden de volgende factoren meegewogen:

  • het oordeel van de mentor
  • het oordeel van iedere lesgevende docent
  • werkhouding en inzet

In het bijzonder zal gelet worden op de cijfers voor Neder­lands, Engels, wiskunde en het sectorgebonden vak en de vaardigheden als werktempo, zelfstandig kunnen werken en kunnen samenwerken, die in de bovenbouw een belangrijke plaats innemen in de eindtermen.
Het aantal tekorten wordt als volgt vastgesteld:

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
Het cijfer 3,2 of 1 = 2,5 tekort

 

tekort gemiddelde resultaat
< 2 n.v.t. bevorderen
2 of 2,5 6,0 of hoger bevorderen
3 of meer 6,0 of hoger bespreken
2 of meer lager dan 6,0 bespreken

De uitkomst van de bespreking kan zijn:

  1. doubleren
  2. bevorderen naar het 3e leerjaar basis

B. De leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar basis.

N.B. Indien noodzakelijk kan de afdelingsleider afwijken van deze overgangsrichtlijnen.

Overgangsrichtlijnen 2-vmbo-basis/kader

Bepalend voor de overgang naar het 3e leerjaar zijn de eindcijfers op het laatste rapport en het totaal aantal tekorten op dit rapport (A). Bij B, C en D wordt er gerekend met de niet-afgeronde gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor de vakken: godsdienst, Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, rekenvaardigheid, economie, mens en maatschappij (geschiedenis en aardrijkskunde), mens en natuur (biologie en verzorging), mens en techniek (natuurkunde en techniek), kunst en cultuur (tekenen en handvaardigheid), lichamelijke opvoeding.

Deze mogelijkheden zijn er:

A. De leerling wordt vanwege het aantal tekorten besproken.

Het aantal tekorten wordt als volgt vastgesteld:

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
Het cijfer 3,2 of 1 = 2,5 tekort

 

tekort gemiddelde resultaat
< 2 n.v.t. bevorderen
2 of 2,5 6,0 of hoger bevorderen
3 of meer 6,0 of hoger bespreken
2 of meer lager dan 6,0 bespreken

De uitkomst van de bespreking kan zijn:

  1. doubleren
  2. bevorderen naar het 3e leerjaar basis
  3. bevorderen naar het 3e leerjaar kader

B. De leerling haalt over alle vakken een gemiddelde lager dan 7,0.
Bevordering naar het 3e leerjaar basis.

C. De leerling haalt over zijn profielgemiddelde een 7,0 tot 8,0 en hij heeft maximaal 1 tekort binnen de vakken van het profielgemiddelde. Het profielgemiddelde bestaat uit Nederlands, Engels, Wiskunde, Economie, Nask en Mens en Natuur.

Bevordering naar het 3e leerjaar kader wordt besproken. In deze bespreking worden de volgende factoren meegenomen:

  • de leerling heeft het differentiatieprogramma met goed gevolg doorlopen bij de vakken uit het profielgemiddelde;
  • de werkhouding, inzet, zelfstandigheid en concentratie;
  • de leerling laat voldoende motivatie zien bij het sectorvak van zijn profielkeuze.

D. De leerlingen haalt over zijn profielgemiddelde een 8,0 of hoger.
De leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar kader.

N.B. Indien noodzakelijk kan de afdelingsleider afwijken van deze overgangsrichtlijnen.

Overgangsrichtlijnen 2-vmbo-kader/mavo

Bepalend voor de overgang naar het 3e leerjaar zijn de eindcijfers op het laatste rapport en het totaal aan\tal tekorten op dit rapport (A). Bij B, C en D wordt er gerekend met de niet-afgeronde gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor de vakken: godsdienst, Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, rekenvaardigheid, economie, mens en maatschappij (geschiedenis en aardrijkskunde), mens en natuur (biologie en verzorging), mens en techniek (natuurkunde en techniek), kunst en cultuur (tekenen en handvaardigheid), lichamelijke opvoeding.

Deze mogelijkheden zijn er:

A. De leerling wordt vanwege het aantal tekorten besproken.
Het aantal tekorten wordt als volgt vastgesteld:

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
Het cijfer 3,2 of 1 = 2,5 tekort

 

tekort gemiddelde resultaat
< 2 n.v.t. bevorderen naar 3k
2 of 2,5 6,0 of hoger bevorderen naar 3k
3 of meer 6,0 of hoger bespreken
2 of meer lager dan 6,0 bespreken

 De uitkomst van de bespreking kan zijn:

  1. doubleren
  2. bevorderen naar het 3e leerjaar basis
  3. bevorderen naar het 3e leerjaar kader

B. De leerling haalt een gemiddelde dat lager is dan 7,0.
De leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar kader.

C. De leerling haalt een gemiddelde van 7,0 of hoger en het gemiddelde voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is 7,0 of hoger.
Een bevordering naar het 3e leerjaar mavo kan besproken worden.

D. De leerling haalt een gemiddelde van 7,5 of hoger en het gemiddelde voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is 7,5 of hoger.
De leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar mavo.

N.B. Indien noodzakelijk kan de afdelingsleider afwijken van deze overgangsrichtlijnen.

Overgangsrichtlijnen 2-mavoXL

Aan het einde van het schooljaar wordt bij elk kind gekeken welke derde klas het beste vervolg is. Er zijn 3 mogelijkheden:

  1. OP KOERS
    De leerling gaat door naar 3 mavo.
  2. GROEI
    Een leerling wordt besproken om door te gaan in 3 havo-6:
  • als het gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de vakken Ne, En, Fa, Du, Ec, Gs, Ak, Wi, Nask, Bi, Gd en Exp, 7,0 of hoger is;
  • als er voor LO minstens een V is behaald.Bij de bespreking van de leerlingen hebben alle docenten die een vak geven dat binnen het vak Expressie valt (tekenen, handvaardigheid) een eigen stem. Bij de bepaling van de mogelijkheid tot bespreking naar 3H6 wordt er gerekend met het gemiddelde eindcijfer van deze 4 vakken.De docenten hebben gedurende het jaar waarderingen gegeven voor de vaardigheden plannen, samenwerken, informatie verwerven en verwerken. Ook de werkhouding van dit jaar wordt hierin meegenomen. Deze zaken komen aan bod in de driehoeksgesprekken. De uitkomsten spelen mee in de leerlingbespreking aan het einde van het schooljaar. De uitkomst daarvan is bindend.

    Wij gaan ervan uit dat de overstap vakinhoudelijk niet meer drempelloos zal zijn. Er zal dus een bijspijkerprogramma kunnen zijn in het volgende leerjaar.

  1. STAGNATIE
    Een leerling wordt besproken als het gemiddelde van de niet-afgeronde eindcijfers van de vakken Ne, En, Fa, Du, Ec, Gs, Ak, Wi, Nask, Bi, Gd en Exp lager is dan 6,0 en/of als hij/zij drie of meer onvoldoendes in deze vakken heeft.

    Per leerling wordt dan bekeken wat  het beste vervolg voor deze leerling is. Dit kan doubleren, een overstap naar 3 kader of een doorstroom naar 3 mavo betekenen. De uitkomst van de docentenvergadering in dezen is bindend. De afdelingsleider heeft de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van deze regels af te wijken.

Overgangsrichtlijnen techniekklas 2e leerjaar

In de techniekklas wordt lesgegeven op 3 niveaus met de daarbij horende overgangsrichtlijnen:

  • vmbo-basis: overgangsrichtlijnen 2 vmbo-basis met lwoo
  •  vmbo-basis/kader: overgangsrichtlijnen 2 vmbo-basis/kader
  • vmbo-kader/mavo: overgangsrichtlijnen 2 vmbo-kader/mavo (de doorstroom 3 mavo is niet mogelijk)

Overgangsrichtlijnen bovenbouw

Overgangsrichtlijnen 3-vmbo-basis/kader

Weging

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
Het cijfer 3 of minder = 2,5 tekort
Het cijfer 5 voor het beroepsgerichte vak = 2 tekort

Bij het vak maatschappijleer-1 telt het eindcijfer van klas 3 voor de overgang. Dit is het cijfer voordat een eventuele herkansing heeft plaatsgevonden.

Bepalend voor de overgang naar het 4e leerjaar zijn de gemiddelde cijfers op het laatste rapport en het totaal aantal tekorten op dit rapport. De cijfers zijn de afgeronde, gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor: godsdienst, Nederlands, Engels, Duits (kader), wiskunde, rekenvaardigheid, het profielvak (DPS, E&O, HBR, PIE, Zw/Uv), het beroepsgerichte vak (biologie, economie, natuurkunde), maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en CKV.

Een leerling is bevorderd wanneer:

    • het afgeronde eindcijfer Nederlands niet lager dan een 5 is;
    • geen enkel afgerond eindcijfer lager dan een 4 is;
    • voor het profielvak minimaal het cijfer 6 behaald is;
    • het loopbaandossier ‘naar behoren’ uitgevoerd is;
    • de vakken ckv, godsdienst en lichamelijke opvoeding met een voldoende afgerond zijn (bij ckv, godsdienst en lichamelijke opvoeding zijn herkansingen mogelijk om aan deze eis te voldoen);
    • aan de eis voor de maatschappelijke stage is voldaan;
    • de afgeronde eindcijfers voldoen aan één van de volgende eisen:
      – alle cijfers zijn 6 of hoger, of
      – één 5 en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, of
      – één 4 en alle andere cijfers zijn 6 of hoger met minimaal één 7, of
      – twee 5-en en alle cijfers zijn 6 of hoger met minimaal één 7.

Een leerling wordt besproken wanneer:

  • er 3 tekorten zijn in de examenvakken, of
  • het loopbaandossier niet ‘naar behoren’ uitgevoerd is, of
    het vak godsdienst niet met minimaal een voldoende afgesloten is (ook niet na herkansing), of
  • het vak lichamelijke opvoeding niet met minimaal een voldoende afgesloten is (ook niet na herkansing).

De uitkomst van de bespreking kan zijn:

  1. doubleren op het huidige niveau
  2. doubleren op een ander niveau (van kader naar basis)
  3. bevorderen naar het 4e leerjaar
  4. bevorderen naar het 4e leerjaar LWT (basis); hierbij geldt dat voor Nederlands en het beroepsgerichte vak minimaal het cijfer 6 behaald is.

Een leerling blijft zitten wanneer:

  • er 3,5 of meer tekorten zijn in de examenvakken, of
  • voor het profielvak het cijfer 5 of lager gehaald is, of
  • CKV met een onvoldoende is afgesloten.

De uitkomst van de docentenvergadering in dezen is bindend.

De afdelingsleider heeft de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van de overgangsrichtlijnen af te wijken.

Overgangsrichtlijnen 3-mavoXL

Bepalend voor de overgang naar het 4e leerjaar zijn de gemiddelde cijfers op het laatste rapport en het totaal aantal tekorten op dit rapport. De cijfers zijn de afgeronde, gemiddelde cijfers over het gehele schooljaar voor de vak­ken die in het 3e leerjaar gevolgd worden.

Het aantal tekorten wordt als volgt vastgesteld:

Het cijfer 5 = 1 tekort
Het cijfer 4 = 2 tekort
  1. OP KOERS

De leerling gaat door naar 4-mavoXL.

 

  1. STAGNATIE

De leerling blijft zitten als

  • Er vijf of meer tekorten zijn bij de cijfers van de gevolgde vakken
  • Het eindgemiddelde van de cijfers van de niet gekozen vakken voor klas 4 lager is dan 5,5

De leerling wordt besproken als

  • Er drie of vier tekorten zijn bij de cijfers van de gevolgde vakken of
  • Het eindcijfer voor een gekozen vak 4 of lager is of
  • Er in het hele vakkenpakket voor 4-mavo twee of meer tekorten zitten
  • Het vak CKV een onvoldoende eindbeoordeling heeft
  • De maatschappelijke stage niet is afgerond

Per leerling wordt bekeken wat het beste vervolg voor deze leerling is. Dit kan doubleren, een overstap naar 3-kader of een doorstroom naar 4-mavo betekenen. Een overstap naar 4-kader of 4-havo-6 is niet mogelijk.  De uitkomst van de docentenvergadering in dezen is bindend.

De afdelingsleider heeft de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van deze regels af te wijken.

N.B. Bij het vak maatschappijleer telt het eindcijfer van klas 3 mee voor de overgang. Dit is voordat een eventuele herkansing heeft plaatsgevonden.

Kaderdiploma na basisdiploma

Leerlingen die de wens hebben om na het behalen van het basisdiploma in één jaar het kaderdiploma op het Kalsbeek College te behalen, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Op de eindlijst voor het beroepsgerichte vak minimaal een 7.0.
  • Op de eindlijst voor zowel Nederlands en Engels minimaal een 7.0.
  • Op de eindlijst voor wiskunde minimaal een 7.0. In leerjaar 4 kader moet daarnaast voor dit vak de leerstof van leerjaar 3 kader worden ingehaald.
  • Indien in plaats van wiskunde, maatschappijkunde is gevolgd, moet hier minimaal een 7.0 voor behaald zijn.
  • Maatschappijleer leerjaar 3 moet alsnog op kaderniveau worden afgesloten d.m.v. een extra opdracht.
  • Alle theorietoetsen van het beroepsgerichte vak leerjaar 3 moeten alsnog op kaderniveau worden gemaakt.

Leerlingen kunnen hun wens uiterlijk 1 april per mail aangeven bij de afdelingsleider vmbo-basis bovenbouw: Keewan Ghajar. Na het Centraal Examen, wanneer de eindcijfers bekend zijn, neemt de school een besluit over wie toelaatbaar is tot leerjaar 4 kader. Meld je dus voor de zekerheid ook aan bij het mbo.

Het is belangrijk om te weten dat veel mbo-instellingen werken met een 1-jarige niveau 2 opleiding. Met het afronden van deze opleiding kan een student doorstromen naar een niveau 3 opleiding. Via deze route is er ook geen tijdsverlies en is de leerling al gewend aan de manier van werken op het mbo.